Haven zat in een deel waar gestuurd mocht worden, maar omdat het wat later op de avond was. Rond een uur of 10. Waren er nauwelijks mensen aanwezig. Er waren groepjes hangjongeren en mensen die gewoon kleine dingetjes besturen. Onopvallend zat Haven op de rand van een fonteintje die niet verlicht werd zodat ze enkel toe hoefde te kijken. Zoals gewoonlijk had ze haar capuchon over haar hoofd getrokken, haar handen zaten in haar zaken tegen de kou die toch langzaam vanuit de grond omhoog trok. Met haar donker groene ogen staarde ze naar de stuurders. Hield in de gaten hoe gaat ze waren en sloeg de informatie op in haar hersenen. Zodat ze alles klaar had staan voor als er dingen nodig waren. Al met al was het niet veel soeps wat ze tot nu toe gezien had. De meeste waren een gemiddeld niveau en waren meer kunstig bezig dan echt hun krachten te laten zien. Natuurlijk was watersturen net als alle andere krachtensoorten een kunst, maar daar had je niks aan als je aangevallen werd. Daar had je geen verfijnde waterbeeldjes voor nodig, maar brute kracht en precisie met richten.