Zodra ze bij Abel's appartement waren, hielp Casey hem uit de rolstoel en ondersteunde hem terwijl hij in een andere stoel ging zitten. Casey gaf hem glimlachend een kus en zei dat ze even naar de winkel ging om wat inkopen te doen. Het duurde even voor er een reactie kwam van Abel's kant. 'Is goed.' Nadat ze de deur uit was, keek Abel een beetje rond vanuit zijn stoel. Met een zucht pakte hij een boek van het tafeltje naast hem en probeerde er wat uit te lezen, maar het drong maar moeilijk tot hem door. Plots klonk het geluid van een telefoon. Na even zoeken zag Abel dat Casey haar mobiel had laten liggen op het tafeltje voor hem. Hij liet hem gaan en later werd er nog een keer gebeld. Toen er weer niet werd opgenomen, klonken er een paar keer achter elkaar korte geluidjes van sms'jes. Nu toch nieuwsgierig geworden naar wat er zo dringend was, boog hij zich naar voren en reikte naar de mobiel die die met zijn vingertoppen naar zich toe kon schuiven. Hij pakte de mobiel en keek naar het scherm.
' Abeltje, ik ben er weer.' Kwam Casey vrolijk binnen. Ze zette de tassen weg en liep naar hem toe. 'He, wat is dat nou? Waarom kijk je zo sip?' Ze zag Abel's donkere blik maar nauwelijks aangezien die op de grond gericht was. Na een moment stilte, ging Abel overeind zitten en keek haar haar met een blik die zowel pijn als verwardheid uitsprak aan. Toen hij Casey's mobiel weer voorzichtig op de tafel legde, keek Casey geschrokken. 'Waarom zou je dat doen?' Zei hij zacht. Het was niet dat hij zo erg van Casey hield, maar meer het feit dat ze vreemd was gegaan terwijl hij in een coma had gelegen, wat hem zo pijn deed en verward liet voelen. Waarom zou iemand dat willen doen? Casey stamelde verschillende woorden om zich te verdedigen, maar ze drongen niet door bij Abel. In plaats daarvan voelde hij woede opkomen, hij wist niet precies hoe of waarover, maar het bleef stijgen. 'Ga weg...' Zei hij nog aardig zacht, maar Casey liep naar hem toe en probeerde hem gerust te stellen.' Ga weg!' Schreeuwde hij en in een flits schoot zijn hand naar voren en kwam deze hard tegen Casey aan. Casey schoot met een van pijn vertrokken gezicht achteruit en keek Abel even geschokt aan, want dit was niet de altijd rustige en vredelievende jongen die ze kende. Uiteindelijk pakte ze haar spullen en liep snel de deur uit.
Abel bleef nog een hele tijd woedend en het was maar goed dat hij niet kon lopen, want anders had het hele huis overhoop gelegen. Uiteindelijk zakte de woede langzaam af en bleef het verwarde gevoel over. Er liepen rillingen over zijn lijf en er begonnen tranen in zijn ogen te vormen. Het besef dat hij Casey geslagen had, kwam op en schuld en paniek namen zijn gedachten over. De tranen begonnen nog harder te lopen en zijn ademhaling versnelde. Hikkend van het huilen, pakte hij zijn mobiel naast hem en hoefde niet lang na te denken voor hij een nummer koos en dat belde.